De taalontwikkeling verloopt volgens een bepaald patroon. Bij kinderen met taalontwikkelingsstoornissen verloopt de taalontwikkeling niet van een leien dakje.
Dit houdt in dat er problemen kunnen zijn op het gebied van
-
taalvorm (verbuigingen, vervoegingen, zinsbouw)
-
taalinhoud (moeite met woordenschat)
-
taalgebruik
Deze problemen kunnen voorkomen in de gesproken taal, maar ook bij het begrijpen van gesproken taal.
We maken onderscheid tussen een vertraagde en een gestoorde taalontwikkeling.
- Vertraagde taalontwikkeling
Bij een vertraagde taalontwikkeling vertoont het kind een gelijkmatige achterstand op zowel het taalbegrip als de taalproductie. Het taalniveau komt overeen met dat van een jonger kind.
- Gestoorde taalontwikkeling
Bij een gestoorde taalontwikkeling verloopt de ontwikkeling van taalbegrip en/of taalproductie niet alleen trager maar ook afwijkend, ondanks een normale ontwikkeling van andere domeinen (gehoor, zicht, IQ, motoriek, sociaal-emotioneel) en voldoende taalaanbod.
Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben een groter risico om later een leerstoornis te ontwikkelen. Tijdige diagnose is daarom zeker aangewezen.
Bent u bezorgd over de taalontwikkeling van uw kind, doe dan alvast de SNEL-test.
Taaltips:
- Berisp kinderen niet wanneer ze fouten maken.
- Herhaal de uiting van je kind en bied in je herhaling het juiste model aan.
- Praat spontaan en natuurlijk over wat het kind doet en beleeft.
- Gebruik een rijke en gevarieerde taal.
- Spreek in korte, maar volledige zinnen en praat rustig.
- Leg de nadruk op kernwoorden.
- Volg actief op of je kind begrijpt wat je zegt.
- Maak nieuwe taal zichtbaar en tastbaar door je woorden visueel te ondersteunen met behulp van prenten, gebaren, voorwerpen en aanwijzen.
Meer informatie en tips voor de omgeving vindt u in onderstaande folder.
Kinderen met taalontwikkelingsstoornissen